Image
Overzichtsfoto Utrecht

Samenvatting gezondheidsmonitor jeugd

Zelf verder met ons onderzoek? Download hier de cijfers van de gezondheidsmonitor jeugd:
Open data GMJ jeugd

De meeste Utrechtse jongeren voelen zich gezond en gelukkig

Ondanks de coronacrisis gaat het in 2021 met de meeste Utrechtse jongeren goed. Zo ervaart 86% van de jongeren in klas twee en vier van het voortgezet onderwijs een (heel) goede gezondheid. Ongeveer acht op de tien jongeren zijn meestal gelukkig en bijna negen op de tien jongeren zijn voldoende weerbaar.

Extra meting van de Gezondheidsmonitor Jeugd geeft inzicht in de gezondheid van jongeren in coronatijd

In 2019 is de landelijke Gezondheidsmonitor Jeugd (GMJ) uitgevoerd door alle GGD-en in Nederland. In oktober en november 2021 is een extra meting gedaan om de impact van de coronacrisis in kaart te brengen. De GMJ geeft inzicht in de gezondheid en het welzijn van jongeren uit klas twee en vier van het reguliere voortgezet onderwijs. De GMJ wordt in Utrecht uitgevoerd door de afdeling Volksgezondheid van de gemeente Utrecht, in samenwerking met GGD regio Utrecht en het netwerk GOR . Elf Utrechtse scholen/schoollocaties namen deel. Onderwerpen in de monitor zijn onder andere gezondheid, leefstijl, schoolbeleving en vrije tijd. 3.349 in Utrecht woonachtige leerlingen vulden de vragenlijst in. Dat is 50% van de ongeveer 6.900 leerlingen uit klas twee en vier van het reguliere Utrechtse voortgezet onderwijs. Hieronder leest u de belangrijkste uitkomsten.

Een opmerking vooraf:

  • De GMJ betreft een landelijk onderzoek, wat vergelijkingen met landelijke cijfers, regio’s en G4-steden mogelijk maakt. Na publicatie van de cijfers op 24 mei door het RIVM volgen de aanvullende vergelijkingsanalyses.

Ongunstige ontwikkelingen in mentale gezondheid en de sociale omgeving van jongeren

Tijdens de coronacrisis (najaar 2021 vergeleken met najaar 2019) is er bij jongeren in klas twee en vier een toename in mentale problemen. Zij hebben vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen (11% in 2019 naar 14% in 2021) en voelen zich minder vaak gelukkig (87% naar 81%). Er is geen verandering in ervaren stress en weerbaarheid. 46% van de jongeren voelt zich vaak gestrest, vooral door school of huiswerk en door alles wat ze moeten doen. 89% is voldoende weerbaar. Een op de twintig jongeren zegt dat zij vaak serieuze suïcidale gedachten hebben. Hiervoor is geen cijfer beschikbaar uit 2019. In de sociale omgeving zien we ook verschillende ongunstige ontwikkelingen tijdens de coronacrisis. Jongeren voelen zich vaker ernstig eenzaam (7% naar 11%) en hebben minder vaak het gevoel dat hun ouders hen begrijpen (86% naar 81%). Ook geven jongeren iets vaker aan dat ze digitaal gepest worden (5% naar 7%). Toch hebben de meeste jongeren positieve sociale ervaringen.

Alcoholgebruik tijdens corona toegenomen

Jongeren geven vaker aan dat ze in de afgelopen vier weken alcohol gedronken (15% in 2019 naar 19% in 2021). Ook doen ze vaker aan bingedrinken (9% naar 12%), dat is vijf of meer drankjes bij één gelegenheid. Het rookgedrag is niet veranderd: 6% van de jongeren heeft wel eens een sigaret gerookt. Voor het eerst is gevraagd naar snusgebruik ; 2% van de jongeren heeft wel eens snus gebruikt. Jongeren zijn vaker gaan sporten buiten de sportvereniging om (67% naar 71%) en voldoen even vaak als in 2019 aan de beweegrichtlijnen. Ongunstig is dat meer jongeren moeite hebben om hun gebruik van sociale media onder controle te houden (9% naar 12%).

Bijna een op de vijf jongeren heeft nog last van gebeurtenissen tijdens corona

18% van de jongeren geeft aan dat zij nog last hebben van één of meer gebeurtenissen die ze tijdens de coronaperiode hebben meegemaakt. Zij hebben bijvoorbeeld nog last van een corona-infectie of een ziekenhuisopname van henzelf of van iemand die belangrijk voor hen is. 6% van alle jongeren heeft een verhoogde kans om langdurige klachten te ontwikkelen door gebeurtenissen in de coronaperiode. Vier op de tien jongeren hadden extra hulp of steun nodig tijdens de coronaperiode. Het ging dan vooral om begeleiding bij schoolwerk (21%) en hulp vanwege niet lekker in je vel zitten (18%). Twee derde van de jongeren geeft aan dat zij meestal weer snel herstellen na een moeilijke periode. Een op de drie jongeren vindt het moeilijk om stressvolle gebeurtenissen te doorstaan. Meisjes (41%) vinden dat vaker moeilijk dan jongens (22%). Zij herstellen ook minder vaak snel na een moeilijke periode.

Het gaat minder goed met vmbo-leerlingen en jongeren in een eenoudergezin

Met een aantal groepen jongeren in Utrecht gaat het minder goed. Vmbo-leerlingen scoren op diverse thema’s ongunstiger dan havo- of vwo-leerlingen. Ze voelen zich bijvoorbeeld minder vaak gezond, hebben vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen en zijn vaker ernstig eenzaam. Ook sporten vmbo-leerlingen minder vaak bij een sportvereniging. Jongeren die in een eenoudergezin opgroeien of in een overige gezinssituatie (gezin met een ouder en een stiefouder, bij pleegouders of bij grootouders) scoren ook op diverse thema’s ongunstig. Zij voelen zich minder vaak gezond, voelen zich vaker gestrest over hun thuissituatie en sporten minder vaak bij een sportvereniging. Ook ervaren ze vaker moeite met rondkomen in het gezin. Bij jongeren die bij beide ouders wonen spelen deze en andere problemen veel minder vaak.

De leefstijl van jongeren verschilt tussen wijken

Op het thema leefstijl zijn duidelijke verschillen tussen wijken te zien. Jongeren uit Overvecht, Zuidwest en Noordwest scoren vaker ongunstig op sporten en bewegen. Zij sporten bijvoorbeeld minder vaak wekelijks bij een sportvereniging en gaan minder vaak elke dag fietsend of lopend naar school of stage. Jongeren die wonen in Noordoost of Oost scoren vaker ongunstig op alcoholgebruik en roken. Zij doen bijvoorbeeld vaker aan bingedrinken en hebben vaker wel eens gerookt. Op andere thema’s, zoals kwaliteit van leven, lichamelijke en psychische gezondheid en sociale omgeving, verschillen wijken minder van elkaar.