Samenvatting
Kinderen
- 12% van de kinderen groeit op in een gezin met een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens
- Ruim de helft van de kinderen in een huishouden met een inkomen tot 125% WSM moet rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau
- Kinderen in een huishouden met een laag inkomen wonen vaker in Overvecht, Zuidwest, Noordwest en Zuid
- Kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond groeien vaker op in een huishouden met een laag inkomen
- Diverse effecten van armoede op de gezondheid van de kinderen
- Gezondheidsproblemen door de beperkte financiën
- Twee derde van de kinderen ervaart stress
- 20% van de kinderen in armoede ervaart te weinig aandacht van hun ouders
Jongeren
- 13% van de jongeren woont in een huishouden met een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens
- 4% van de Utrechtse jongeren ervaart moeite met rondkomen in het gezin
- Jongeren die moeite met rondkomen in het gezin ervaren, voelen zich vaker gestrest
- Jongeren die moeite met rondkomen in het gezin ervaren, hebben vaker een ongunstige gezondheid
- 16% van de jongeren maakt problemen met werk of werkloosheid van ouders mee
- Jongeren uit Noordwest en Overvecht maken vaker problemen met werk of werkloosheid van ouder(s) mee
Jongvolwassenen
- De helft van de jongvolwassenen met een havo- of hbo-opleiding maakt zich vaak zorgen over geld
- Een op de vijf jongvolwassenen voelt zich vaak gestrest door financiën
- 27% van de jongvolwassenen heeft vaak te weinig geld
- Een kwart van de jongvolwassenen ervaart weinig controle over geldzaken
- 14% van de mbo-studenten in Utrecht heeft geldzorgen
Volwassenen die moeite hebben met rondkomen
- 17% van de volwassenen geeft aan moeite met rondkomen te hebben
- Bijna een op de vijf Utrechters ervaart een verslechtering in hun financiële situatie door de coronacrisis
- Utrechters met een hbo- of wo-opleiding hebben minder vaak moeite met rondkomen
- Utrechters met een niet-westerse migratieachtergrond hebben vaker moeite met rondkomen
- Moeite met rondkomen is hoger bij eenoudergezinnen en eenpersoonshuishoudensIn de wijk Overvecht wonen relatief veel mensen die moeite hebben met rondkomen
Volwassenen: relatie armoede en rondkomen met gezondheid
- Volwassenen die moeite hebben met rondkomen hebben veel vaker gezondheidsproblemen
- Volwassenen die moeite hebben met rondkomen hebben minder vaak een gezonde leefstijl
- Groep met laag inkomen, maar weinig moeite met rondkomen is relatief gezond
- Mensen met woonschuld hebben het vaakst gezondheidsproblemen
Volwassenen met schulden
- Lichte daling in het aantal huishoudens met geregistreerde problematische schulden
- In de wijk Overvecht is het percentage inwoners met geregistreerde problematische schulden het hoogst
- Steeds meer Utrechters zonder schulden
- Het percentage volwassenen dat aangeeft problematische schulden te hebben blijft gelijk
- Van de mensen in de nachtopvang heeft de helft schulden
Volwassenen die leven onder de Utrechtse armoedegrens
- 23.300 huishoudens leefden van een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens in 2019
- Het aantal huishoudens dat langdurig leeft van een inkomen op bijstandsniveau neemt toe
- 32% van de huishoudens in Overvecht leeft van een laag inkomen
- Paren met oudere kinderen die van een laag inkomen rondkomen hebben het moeilijk
- Huishoudens met een niet-westerse migratieachtergrond leven vaker dan gemiddeld van een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens
Ouderen die moeite hebben met rondkomen
- 11% van de Utrechtse ouderen heeft moeite met rondkomen
- De meeste 65-plussers ervaren geen verandering in hun financiële situatie door de coronacrisis
- 65-plussers met een lager opleidingsniveau hebben vaker moeite met rondkomen
- Drie op de tien ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben moeite met rondkomen
- 4% van de Utrechtse ouderen heeft problematische schulden
- Een kwart van de ouderen heeft een laag inkomen
Ouderen: relatie armoede en rondkomen met gezondheid
- Ouderen die moeite hebben met rondkomen hebben vaker gezondheidsproblemen
- Ouderen die moeilijk kunnen rondkomen hebben vaker een minder gezonde leefstijl en leefomgeving
- De leefstijl van ouderen die moeite hebben met rondkomen is minder gezond vergeleken met Utrechters die geen moeite hebben met rondkomen
Wat houdt het in?
Armoede en gezondheid beïnvloeden elkaar
Armoede en gezondheid beïnvloeden elkaar op verschillende manieren. Sommige mensen kunnen door gezondheidsproblemen minder werken, waardoor ze leven van een laag inkomen of van een uitkering. Tegelijkertijd kunnen financiële problemen zoals schulden of moeite hebben met rondkomen tot psychische en lichamelijke gezondheidsproblemen leiden. Het kan stress, slapeloosheid of depressies veroorzaken.Wat verstaan we onder armoede?
In de Utrechtse armoedeaanpak is armoede gedefinieerd als het hebben van een inkomen tot 125% van het wettelijk sociaal minimum (WSM). Binnen deze groep kijken we ook naar een inkomen tot 101% van het WSM, dit komt overeen met bijstandsniveau. Armoede is breder dan dat en gaat ook over te weinig te besteden hebben om goed mee te kunnen doen in de samenleving. Of over de kinderen niet kunnen bieden wat ze nodig hebben. Het hebben van een laag inkomen is een objectieve maat en wordt daarom gebruikt.Wat is het wettelijk sociaal minimum?
Het wettelijk sociaal minimum (WSM) is het bedrag dat iemand minimaal nodig heeft om van te leven. Hoe hoog dit bedrag is, stelt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vast. Afhankelijk van leeftijd en leefsituatie (bijvoorbeeld of iemand samenwoont), is het WSM lager of hoger.Armoede gaat vaak van de ene generatie over op de volgende
Door meerdere factoren gaat armoede vaak van de ene generatie over op de volgende. Ouders dragen hun manier van omgaan met geldzaken (ook onbewust) aan hun kinderen over. Daarnaast gelden in armere stadswijken of families soms andere normen en waarden: doorleren of werken wordt niet gestimuleerd. Dat helpt niet om de armoede te ontgroeien.Kinderen
12% van de kinderen groeit op in een gezin met een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens
In 2019 groeiden ongeveer 8.400 kinderen op in een huishouden met een inkomen tot de Utrechtse armoedegrens (125% WSM). Dit aantal is gelijk aan 2018. 11% van de kinderen van 0 tot en met 6 jaar leeft in een huishouden met een inkomen tot de Utrechtse armoedegrens. Voor kinderen van 7 tot en met 17 jaar is dat 13%.Ruim de helft van de kinderen in een huishouden met een inkomen tot 125% WSM moet rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau
4.300 kinderen in Utrecht groeien op in een gezin dat moet rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau (101% WSM). Dit is 6% van alle kinderen. Voor 1.700 van deze kinderen gaat het om een langdurige situatie van vier jaar of langer. De afgelopen jaren is er een lichte stijging in het percentage kinderen dat opgroeit in een huishouden dat langdurig moet rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau. In 2014 ging het om 1,9% van de Utrechtse kinderen, in 2019 was dit 2,6%.
Kinderen in een huishouden met een laag inkomen wonen vaker in Overvecht, Zuidwest, Noordwest en Zuid

Veranderingen tijdens de coronacrisis
Voor veel Utrechters is er sinds de coronacrisis sprake van toegenomen onzekerheid over het inkomen. We zien in Utrecht een toename in het beroep op inkomensondersteuning zoals WW- en bijstandsuitkeringen tijdens de eerste lockdown en een afvlakking na de zomer van 2020.Door de coronapandemie en de gevolgen hiervan wordt in de toekomst een toename van armoede en schulden verwacht. Ondanks deze verwachting zien we in Utrecht (nog) geen toename van het aantal hulpvragen op het gebied van schulden, en is het aantal meldingen over betalingsachterstanden bij woningcoöperaties, zorgverzekeringen en nutsbedrijven teruggelopen.
Landelijk is er een toename in spaargeld doordat mensen vakantiegeld hebben opgespaard en zijn er signalen dat huishoudens die al schulden hadden, nu beter in staat zijn om een deel van de schulden af te lossen. De groepen die met name meer spaargeld overhouden zijn 18- tot 35-jarigen, mensen met een hoger inkomen, mensen met een partner en mensen die in loondienst werken.
Kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond groeien vaker op in een huishouden met een laag inkomen
Kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben een grotere kans op te groeien in een huishouden met een laag inkomen. 15% van de kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond groeit op in een gezin dat rondkomt van een inkomen op bijstandsniveau. Onder kinderen met een Westerse-migratieachtergrond is dat 4% en onder kinderen zonder migratieachtergrond 2%.Diverse effecten van armoede op de gezondheid van de kinderen
Uit onderzoek van de Kinderombudsman onder kinderen in Nederland blijkt dat het leven in armoede effect heeft op hun woonsituatie, lichamelijke en psychische gezondheid, voeding, sociale omgeving, relaties met ouders, het kunnen meedoen aan activiteiten als sport en ontspanning, schoolprestaties en hun toekomstperspectief. Hieronder lichten we enkele effecten toe.Gezondheidsproblemen door de beperkte financiën
In gezinnen met financiële problemen is niet altijd genoeg geld voor gezond eten, passende kleding en schoenen, of voor uitjes, sport en verjaardagsfeestjes. Kinderen uit deze gezinnen voelen zich daardoor vaker buitengesloten, jaloers of boos en worden vaker gepest. Schaamte komt onder deze kinderen vaak voor en maakt het risico op psychische problemen groter. Ongeveer een kwart geeft aan last te hebben van lichamelijke klachten als hoofdpijn, buikpijn of vermoeidheid.Twee derde van de kinderen ervaart stress
Uit landelijk onderzoek blijkt dat twee derde van de kinderen die opgroeien in gezinnen met weinig geld, stress ervaart. Ze maken zich zorgen over uitgaven die nodig zijn, zoals de dagelijkse boodschappen, kosten voor school en kleding. Daarnaast zijn er vaak spanningen thuis of maken ze grote levensgebeurtenissen mee zoals een echtscheiding of het ziek of gehandicapt raken van een ouder.20% van de kinderen in armoede ervaart te weinig aandacht van hun ouders
Een op de vijf kinderen die opgroeien in een gezin met weinig geld, geeft aan steun, begrip en geborgenheid van hun ouders te missen. Door de financiële zorgen kunnen ouders sneller somber, geïrriteerd of boos zijn. Dit kan invoelend reageren op hun kinderen in de weg staan.Jongeren
13% van de jongeren woont in een huishouden met een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens
In 2019 woonde 13% van de 12- tot en met 17-jarigen in Utrecht in een huishouden met een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens (tot 125% van het WSM). Dit zijn ongeveer 2.600 jongeren. 7% van de jongeren woont in een huishouden met een inkomen net iets hoger dan bijstandsniveau (tot 105% van het WSM).4% van de Utrechtse jongeren ervaart moeite met rondkomen in het gezin
Van de jongeren uit klas twee en vier van het voortgezet onderwijs in Utrecht ervaart 4% moeite met rondkomen in het gezin. Dit komt vaker voor onder jongeren op het vmbo (6%), jongeren uit een eenoudergezin (13%) en jongeren die in een andere gezinsvorm opgroeien (8%), zoals bij een eigen ouder en een stiefouder of bij pleegouders of grootouders. 1% van de jongeren ervaart grote moeite met rondkomen in het gezin.
Jongeren uit Overvecht en Noordwest ervaren vaker moeite met rondkomen in het gezin

Jongeren die moeite met rondkomen in het gezin ervaren, voelen zich vaker gestrest
Jongeren die moeite met rondkomen in het gezin ervaren, voelen zich vaker gestrest dan jongeren die geen moeite met rondkomen in het gezin ervaren. Stress door de situatie thuis komt meer dan zes keer zo vaak voor bij jongeren die moeite met rondkomen in het gezin ervaren, stress door een bijbaan meer dan vier keer.
Jongeren die moeite met rondkomen in het gezin ervaren (percentage in kleur), voelen zich vaker gestrest dan jongeren die geen moeite met rondkomen in het gezin ervaren (percentage in zwart): 
Jongeren die moeite met rondkomen in het gezin ervaren, hebben vaker een ongunstige gezondheid
Jongeren die moeite met rondkomen in het gezin ervaren, hebben ongeveer drie keer vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen en ernstige eenzaamheid dan jongeren die geen moeite met rondkomen in het gezin ervaren. Daarnaast ervaren zij de eigen gezondheid minder vaak als goed, zijn ze minder vaak gelukkig thuis en hebben zij een minder gezonde leefstijl.


16% van de jongeren maakt problemen met werk of werkloosheid van ouders mee
Een op de zes Utrechtse jongeren heeft problemen met werk of werkloosheid van (één van beide) ouders meegemaakt of maakt dat nu mee. Dit komt vaker voor onder jongeren met een [overig niet-westerse] achtergrond. Ook jongeren die niet bij beide ouders wonen, maken vaker mee dat (één of beide) ouders problemen hebben met werk of werkloosheid. Bij een andere gezinsvorm kan het gaan om jongeren met een ouder en stiefouder, die bij grootouders of pleegouders wonen of zelfstandig.
Jongeren uit Noordwest en Overvecht maken vaker problemen met werk of werkloosheid van ouder(s) mee

Bekijk de open data over armoede en rondkomen van jongeren (Tableau)
Jongvolwassenen
De helft van de jongvolwassenen met een havo- of hbo-opleiding maakt zich vaak zorgen over geld
In het voorjaar van 2021 gaf 51% van de 16- t/m 25-jarigen die een havo- of hbo-opleiding volgen of hebben afgerond aan dat ze zich vaak zorgen maken over geld. Dit percentage is hoger dan bij jongvolwassenen die een andere opleiding volgen. Van alle jongvolwassenen uit het jongvolwassenenonderzoek maakte 45% zich vaak zorgen over geld.
Een op de vijf jongvolwassenen voelt zich vaak gestrest door financiën
20% van de jongvolwassenen voelt zich (zeer) vaak gestrest door financiën. Vrouwen en 22- t/m 25- jarigen geven dit vaker aan. Ook hebben jongvolwassenen met een migratieachtergrond, jongvolwassenen die niet bij hun ouders wonen en jongvolwassenen met praktijkonderwijs, vmbo of mbo vaker stress door financiën. Bijna drie op de tien van hen geven dit aan.27% van de jongvolwassenen heeft vaak te weinig geld
Ruim een kwart van de jongvolwassenen in Utrecht geeft aan dat ze vaak te weinig geld hebben. Dit komt vaker voor bij jongvolwassenen met een migratieachtergrond en bij jongvolwassenen met praktijkonderwijs, vmbo, mbo, havo of hbo. Ongeveer één op de drie van hen geeft aan dat ze vaak te weinig geld hebben.
Een kwart van de jongvolwassenen ervaart weinig controle over geldzaken
26% van de jongvolwassenen voelt weinig controle over hun geldzaken. Onder 16- t/m 18-jarigen en onder jongvolwassenen die bij hun ouders of verzorgers wonen is dat lager, namelijk 16%. Ook jongvolwassenen die wonen in Vleuten-De Meern voelen minder vaak dan gemiddeld dat ze controle hebben over geldzaken.Controle voelen over geldzaken per wijk

Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen en mbo-onderzoek
De Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen is voor het eerst in Utrecht uitgevoerd van maart tot en met juni 2021. Jongvolwassenen van 16 tot en met 25 jaar zijn via sociale media en hun eigen netwerk benaderd om de vragenlijst in te vullen. Ongeveer 1.900 Utrechtse jongvolwassenen deden mee. Het onderzoek is uitgevoerd in coronatijd, tijdens en kort na de tweede lockdown.Het mbo-onderzoek is uitgevoerd in het kader van het YOUth Got Talent - Dynamics of Youth - Universiteit Utrecht (uu.nl) project van de Universiteit Utrecht onder studenten van drie mbo-scholen in Utrecht: het Grafisch Lyceum, Nimeto en ROC Midden-Nederland. Ongeveer 1.200 mbo-studenten vulden in het najaar van 2019 de eerste vragenlijst in tijdens een lesuur op school. In het voorjaar van 2020 namen ruim 600 van deze studenten opnieuw deel aan het onderzoek. In het najaar van 2020 vulden studenten van het Grafisch Lyceum en Nimeto nog een keer vragenlijsten in. In totaal hebben 400 studenten op alle meetmomenten de vragenlijst ingevuld. De tweede meting van dit onderzoek is dus uitgevoerd tijdens de eerste lockdown en de derde meting tijdens de tweede lockdown. Het onderwijs vond in de periodes van de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen en het Mbo-onderzoek deels of zelfs volledig thuis plaats. Ook waren er tal van beperkingen voor het dagelijkse en sociale leven. Daarom kunnen de resultaten niet losgezien worden van de onderzoeksperiode.
Zie Coronavirus (volksgezondheidsmonitor.nl) voor meer gezondheidsinformatie rondom corona.
14% van de mbo-studenten in Utrecht heeft geldzorgen
Op basis van zes stellingen blijkt dat 14% van de mbo-studenten in het najaar van 2019 geldzorgen had. 16- t/m 17-jarigen en mbo-studenten die bij beide ouders wonen hebben minder vaak geldzorgen dan gemiddeld.
Hoe wordt geldzorgen gemeten?
Zorgen over geld werd in het mbo-onderzoek gemeten met de Money Worry Scale. Deelnemers beantwoordden zes stellingen, zoals ‘ik vraag me de hele tijd af of ik wel genoeg geld heb’, ‘ik maak me vaak zorgen over geld’ en ‘ik heb het gevoel dat ik weinig controle heb over mijn geldzaken’. De antwoordcategorieën liepen van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens. Respondenten die op alle stellingen samen gemiddeld ‘eens’ of hoger scoren, hebben volgens de Money Worry Scale geldzorgen.
Zorgen over geld werd in het mbo-onderzoek gemeten met de Money Worry Scale. Deelnemers beantwoordden zes stellingen, zoals ‘ik vraag me de hele tijd af of ik wel genoeg geld heb’, ‘ik maak me vaak zorgen over geld’ en ‘ik heb het gevoel dat ik weinig controle heb over mijn geldzaken’. De antwoordcategorieën liepen van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens. Respondenten die op alle stellingen samen gemiddeld ‘eens’ of hoger scoren, hebben volgens de Money Worry Scale geldzorgen.
Volwassenen die moeite hebben met rondkomen
17% van de volwassenen geeft aan moeite met rondkomen te hebben
17% van de volwassenen (18- tot 64-jarigen) in Utrecht gaf in 2020 aan dat zij in de afgelopen twaalf maanden moeite hadden met rondkomen. Dit percentage is gelijk aan 2018, maar daalt sinds 2012. In 2012 gaf 30% van de Utrechters aan dat ze moeite hebben met rondkomen.Gezondheidspeiling en onderzoek Meetellen in coronatijd
De Gezondheidspeiling 2020 is in Utrecht uitgevoerd van eind september tot en met half december 2020. Het onderzoek van Meetellen in Utrecht over ‘gezond leven’ is uitgevoerd van november 2020 tot en met half maart 2021. Van september tot de tweede helft van oktober 2020 nam het aantal Utrechters met een positieve testuitslag toe waarna een daling inzette die tot in de loop van december aanhield. Rond kerst nam het aantal Utrechters met een positieve testuitslag toe, maar 2021 startte weer met een daling. Vanaf begin februari begint het aantal besmettingen opnieuw te stijgen. Dat gaat door tot eind april.Vanaf 13 oktober gold een gedeeltelijke lockdown en vanaf 15 december een gehele lockdown. Dit alles heeft de resultaten van de Gezondheidspeiling en het onderzoek van Meetellen in Utrecht beïnvloed. Voor een aantal gezondheidsthema’s hebben respondenten ingevuld wat de invloed van de coronacrisis hierop volgens hen was. Ook zijn er indicatoren waarmee een vergelijking over de tijd is gemaakt.
Zie Coronavirus (volksgezondheidsmonitor.nl) voor meer gezondheidsinformatie rondom corona.
Bijna een op de vijf Utrechters ervaart een verslechtering in hun financiële situatie door de coronacrisis
Op de vraag of hun financiële situatie door de coronacrisis veranderd is, geeft 18% van de Utrechters aan dat ze een verslechtering ervaren. 9% geeft aan dat het beter is geworden en voor 73% is hun financiële situatie niet veranderd. 8% van de volwassenen heeft in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek (heel) veel stress ervaren vanwege geldzaken. Voor Utrechters in een kwetsbare situatie liggen deze percentages hoger. 32% van de Utrechters in een kwetsbare situatie geeft in een peiling van Meetellen in Utrecht aan dat ze er financieel op achteruit zijn gegaan door de coronacrisis. 17% van de panelleden van Meetellen in Utrecht had in de afgelopen vier weken (heel) veel stress vanwege geldzaken. In interviews met panelleden gaf de helft aan stress te ervaren, waarvan een van de meest genoemde redenen tekort aan geld is.
Utrechters met een hbo- of wo-opleiding hebben minder vaak moeite met rondkomen
13% van de Utrechters die een hbo- of wo-opleiding hebben afgerond, heeft moeite met rondkomen. Voor Utrechters met mbo, havo of vwo is dat 21% en voor Utrechters met maximaal een mavo-, lbo- of vmbo-diploma 36%. 43% van de Utrechters met maximaal een vmbo-diploma én een migratieachtergrond heeft moeite met rondkomen.Utrechters met een niet-westerse migratieachtergrond hebben vaker moeite met rondkomen

Moeite met rondkomen is hoger bij eenoudergezinnen en eenpersoonshuishoudens
24% van de alleenstaande ouders en 23% van de alleenwonenden in Utrecht heeft moeite met rondkomen. Dit is hoger dan gemiddeld in Utrecht.In de wijk Overvecht wonen relatief veel mensen die moeite hebben met rondkomen:

Volwassenen: relatie armoede en rondkomen met gezondheid
Volwassenen die moeite hebben met rondkomen hebben veel vaker gezondheidsproblemen
Volwassenen die moeite hebben met rondkomen hebben veel vaker chronische lichamelijke aandoeningen dan volwassenen die geen moeite hebben met rondkomen. Ook hebben zij vaker psychische problemen en bezoeken zij vaker de huisarts, medisch specialist of het buurtteam. Naar de tandarts gaan ze juist minder vaak.Volwassenen die moeite hebben met rondkomen (percentage in kleur) hebben veel vaker gezondheidsproblemen vergeleken met volwassenen die geen moeite hebben met rondkomen (percentage in zwart):
Op alle domeinen van gezondheid scoren zij minder gunstig
Volwassenen die moeite hebben met rondkomen hebben minder vaak een gezonde leefstijl en ze geven minder vaak aan goede gezondheidsvaardigheden te hebben. Ze hebben vaker overgewicht, geven hun woning en woonomgeving vaker een onvoldoende, hebben vaker onvoldoende regie over eigen leven en ervaren minder zingeving.De leefstijl van mensen die moeite hebben met rondkomen is vaker minder gezond vergeleken met Utrechters die geen moeite hebben met rondkomen (percentage in zwart):

Er zijn wel verschillen in gezondheid en zorggebruik onder volwassenen met een laag inkomen, moeite met rondkomen en/of schulden
Binnen de groep volwassenen met een laag inkomen, moeite met rondkomen en/of schulden zijn zes subgroepen te onderscheiden die meer of minder gezond zijn en zorg gebruiken:
- Volwassenen met een laag inkomen maar weinig moeite met rondkomen (28%)
- Mensen met een lening bij familie en/of vrienden (15%)
- Mensen met een hoog inkomen en moeite met rondkomen (14%)
- Mensen die een schuld hebben bij een organisatie of een bedrijf (13%)
- Mensen met een laag inkomen die wel moeite hebben met rondkomen (23%)
- Mensen met een schuld voor de woonlasten (7%)
Groep met laag inkomen maar weinig moeite met rondkomen is relatief gezond
De eerste groep, met een laag inkomen maar weinig moeite met rondkomen, is relatief gezond. Zij ervaren hun gezondheid vaker als goed, hebben weinig stress en weinig overgewicht. Ook hebben zij minder contact met medisch specialisten.Mensen met woonschuld hebben het vaakst gezondheidsproblemen
De laatste groep, de mensen met een woonschuld, heeft het qua gezondheid en zorgbehoefte het moeilijkst. Zij ervaren vaker stress en hebben vaker overgewicht. 45% heeft wel eens een afspraak bij een zorgverlener afgezegd vanwege de kosten.Om deze inhoud te kunnen bekijken, is het nodig dat u akkoord gaat met het plaatsen van cookies.
Akkoord Nee Lees meer
Akkoord Nee Lees meer
Volwassenen met schulden
Lichte daling in het aantal huishoudens met geregistreerde problematische schulden
7% van de Utrechtse huishoudens had in 2020 problematische schulden. Het percentage huishoudens in Utrecht dat te maken heeft met geregistreerde problematische schulden is in 2019 en 2020 iets gedaald ten opzichte van 2018. Ook in het eerste deel van de coronacrisis is een lichte daling te zien.Om deze inhoud te kunnen bekijken, is het nodig dat u akkoord gaat met het plaatsen van cookies.
Akkoord Nee Lees meer
Akkoord Nee Lees meer
In de wijk Overvecht is het percentage inwoners met geregistreerde problematische schulden het hoogst:

Veranderingen tijdens de coronacrisis
Voor veel Utrechters is er sinds de coronacrisis sprake van toegenomen onzekerheid over het inkomen. We zien in Utrecht een toename in het beroep op inkomensondersteuning zoals WW- en bijstandsuitkeringen tijdens de eerste lockdown en een afvlakking na de zomer van 2020.Door de coronapandemie en de gevolgen hiervan wordt in de toekomst een toename van armoede en schulden verwacht. Ondanks deze verwachting zien we in Utrecht (nog) geen toename van het aantal hulpvragen op het gebied van schulden, en is het aantal meldingen over betalingsachterstanden bij woningcoöperaties, zorgverzekeringen en nutsbedrijven teruggelopen.
Landelijk is er een toename in spaargeld doordat mensen vakantiegeld hebben opgespaard en zijn er signalen dat huishoudens die al schulden hadden, nu beter in staat zijn om een deel van de schulden af te lossen De groepen die met name meer spaargeld hebben overgehouden zijn 18- tot 35-jarigen, mensen met een hoger inkomen, mensen met een partner en mensen die in loondienst werken.
Steeds meer Utrechters zonder schulden
In de Inwonersenquête van 2019 gaf 48% van de Utrechtse 19- tot 64-jarigen aan geen schulden te hebben. Dit neemt toe, in 2018 was dit nog 43%. Minder Utrechters hebben een hypotheek of studieschuld.Om deze inhoud te kunnen bekijken, is het nodig dat u akkoord gaat met het plaatsen van cookies.
Akkoord Nee Lees meer
Akkoord Nee Lees meer
Het percentage volwassenen dat aangeeft problematische schulden te hebben blijft gelijk
Uit de inwonersenquête blijkt dat 7% van de Utrechters problematische schulden heeft. Zij geven aan dat ze een betalingsachterstand voor woonlasten en/of een andere schuld hebben bij een bedrijf of instantie (bijvoorbeeld een webwinkel, postorderbedrijf, telefoonmaatschappij, zorgverzekeraar of een persoonlijke lening bij een bank). Dit is gelijk gebleven vergeleken met voorgaande jaren.Groepen die vaker dan gemiddeld problematische schulden hebben:

Van de mensen in de nachtopvang heeft de helft schulden
49% van de mensen in de daklozenopvang tijdens de koudweerregeling geeft aan dat ze schulden hebben. Vergeleken met voorgaande jaren neemt het aantal mensen dat aangeeft een kleine schuld te hebben toe en het aantal mensen met een grote schuld af.
Volwassenen die leven van een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens
23.300 huishoudens leefden van een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens in 2019
In 2019 leefden 23.300 huishoudens in Utrecht van een inkomen tot de Utrechtse armoedegrens (125% van het Wettelijk Sociaal Minimum). Dit is hetzelfde aantal huishoudens als in 2018. Door de groeiende bevolking is het percentage huishoudens dat van een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens leeft iets gedaald van 15,6% naar 15,3%. In 2014 was dit 17%. Meer dan de helft van deze groep leeft van een inkomen op bijstandsniveau (101% van het WSM).Het aantal huishoudens dat langdurig leeft van een inkomen op bijstandsniveau neemt toe
In 2019 moesten 12.500 huishoudens rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau. Bij een op 25 huishoudens gaat het om een langdurige situatie van vier jaar of langer. Dit zijn 5.200 Utrechtse huishoudens. In 2018 leefden er 4.900 huishoudens langdurig op bijstandsniveau.32% van de huishoudens in Overvecht leeft van een laag inkomen
Het percentage huishoudens met een inkomen tot de Utrechtse armoedegrens is het hoogst in Overvecht. Ook in Zuidwest, Noordwest en Zuid is het hoger dan gemiddeld in Utrecht.Paren met oudere kinderen die van een laag inkomen rondkomen hebben het moeilijk
In de Minima Effect Rapportage over Utrecht stelt het Nibud dat in Utrecht niet iedereen kan rondkomen van zijn inkomen uit werk en/of uitkering. Vooral paren met oudere kinderen tussen de 14 en 16 jaar hebben het moeilijk. Deze gezinnen met een inkomen op bijstandsniveau en gezinnen met 110% van het wettelijk sociaal minimum komen maandelijks tekort om noodzakelijke uitgaven te betalen.Huishoudens met een niet-westerse migratieachtergrond leven vaker dan gemiddeld van een inkomen onder de Utrechtse armoedegrens
32% van huishoudens in Utrecht met een niet-westerse migratieachtergrond leeft van inkomen tot 125% van het sociaal minimum. Dit is vaker dan gemiddeld in Utrecht.Leeft van een inkomen tot 125% van het sociaal minimum

Veranderingen tijdens de coronacrisis
Voor veel Utrechters is er sinds de coronacrisis sprake van toegenomen onzekerheid over het inkomen. We zien in Utrecht een toename in het beroep op inkomensondersteuning zoals WW- en bijstandsuitkeringen tijdens de eerste lockdown en een afvlakking na de zomer van 2020.Door de coronapandemie en de gevolgen hiervan wordt in de toekomst een toename van armoede en schulden verwacht. Ondanks deze verwachting zien we in Utrecht (nog) geen toename van het aantal hulpvragen op het gebied van schulden, en is het aantal meldingen over betalingsachterstanden bij woningcoöperaties, zorgverzekeringen en nutsbedrijven teruggelopen.
Landelijk is er een toename in spaargeld doordat mensen vakantiegeld hebben opgespaard en zijn er signalen dat huishoudens die al schulden hadden, nu beter in staat zijn om een deel van de schulden af te lossen De groepen die met name meer spaargeld hebben overgehouden zijn 18- tot 35-jarigen, mensen met een hoger inkomen, mensen met een partner en mensen die in loondienst werken.
Ouderen die moeite hebben met rondkomen
11% van de Utrechtse ouderen heeft moeite met rondkomen
In 2020 gaf 11% van de zelfstandig wonende Utrechtse 65-plussers aan dat zij in de afgelopen twaalf maanden moeite hadden met rondkomen. Dit is een afname in vergelijking met 2016. Toen gaf 18% van de ouderen aan moeite te hebben met rondkomen. De daling vond vooral plaats onder ouderen zonder opleiding, met basisonderwijs of met een lbo- of mavo-opleiding.Ouderen die moeite hebben met rondkomen
Om deze inhoud te kunnen bekijken, is het nodig dat u akkoord gaat met het plaatsen van cookies.
Akkoord Nee Lees meer
Akkoord Nee Lees meer
De meeste 65-plussers ervaren geen verandering in hun financiële situatie door de coronacrisis
Op de vraag of hun financiële situatie door de coronacrisis veranderd is, geeft 92% van de ouderen aan dat hun financiële situatie niet veranderd is. 5% geeft aan dat ze het slechter ervaren en voor 2% werd hun situatie beter. 2% van de ouderen heeft in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek (heel) veel stress ervaren vanwege geldzaken.65-plussers met een lager opleidingsniveau hebben vaker moeite met rondkomen
14% van de ouderen die geen opleiding, basisonderwijs, lbo of mavo hebben afgerond, geeft aan moeite met rondkomen te hebben. Dit is hoger dan gemiddeld onder de 65-plussers in Utrecht. Ook 65- t/m 79-jarigen hebben vaker moeite met rondkomen. 12% van hen heeft moeite met rondkomen, onder 80-plussers is dat 6%.Drie op de tien ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben moeite met rondkomen
Ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben vaker moeite met rondkomen dan gemiddeld. Ouderen zonder migratieachtergrond geven minder vaak aan moeite met rondkomen te hebben.
4% van de Utrechtse ouderen heeft problematische schulden
In 2019 gaf 4% van de Utrechtse 65-plussers aan problematische schulden te hebben. Zij hebben een betalingsachterstand voor woonlasten of een andere schuld bij een bedrijf of instantie. Problematische schulden komen vaker voor onder lager opgeleide ouderen en ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond.
Een kwart van de ouderen heeft een laag inkomen
In 2019 leefden ruim 6.300 65-plus huishoudens in Utrecht van een laag inkomen (tot 125% van het WSM). Dat is 25,8% van het totaal aantal 65-plus huishoudens in de stad. In 2016 was dit 26,8%.Ouderen: relatie armoede en rondkomen met gezondheid
Ouderen die moeite hebben met rondkomen hebben vaker gezondheidsproblemen
65-plussers die moeite hebben met rondkomen hebben vaker chronische lichamelijke aandoeningen dan ouderen die geen moeite hebben met rondkomen. Ook hebben zij vaker psychische problemen en bezoeken zij vaker de medisch specialist en een buurtteam.
Ouderen die moeilijk kunnen rondkomen hebben vaker een minder gezonde leefstijl en leefomgeving
Ouderen die moeite hebben met rondkomen hebben minder vaak een gezonde leefstijl. Ze voldoen minder vaak aan de ontbijtnorm en eten minder vaak dagelijks groente en fruit. Ook hebben ze vaker een slechtere kwaliteit van leven en ervaren ze hun fysieke leefomgeving als slechter.De leefstijl van ouderen die moeite hebben met rondkomen is minder gezond vergeleken met Utrechters die geen moeite hebben met rondkomen


Open data
Hieronder vindt u alle beschikbare open data ter download en/of online inzage:
Ga direct naar de data over:
Armoede en rondkomen, kinderen, CBS 2016
Deze databestanden bevatten tabellen over huishoudens met kinderen die leven van een laag en langdurig laag inkomen (CBS 2016)
Rondkomen, volwassenen (19-64), GP 2018
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Inwonersenquête 2018)
Problematische schulden, volwassenen (19-64), IE 2019
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Inwonersenquête 2019)
Samenhang rondkomen en gezondheid, volwassenen, GP 2018
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Inwonersenquête 2018)
Armoede en rondkomen, volwassenen (19-64), GP 2016
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Gezondheidspeiling 2016/ Inwonersenquête 2016)
Armoede en rondkomen, volwassenen en ouderen (19+), GP 2016
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen en ouderen (Gezondheidspeiling 2016/ Inwonersenquête 2016)
Rondkomen en schulden, volwassenen en senioren (19+), GP 2014
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen en senioren (Gezondheidspeiling 2014)
Rondkomen en schulden, volwassenen (19-64), GP 2014
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Gezondheidspeiling 2014)
Rondkomen en schulden, jongvolwassenen (18-25), GP 2014
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij jongvolwassenen (Gezondheidspeiling 2014)
Rondkomen en schulden, volwassenen en senioren (19+), GP 2012
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen en senioren (Gezondheidspeiling 2012/inwonersenquete)
Rondkomen en schulden, volwassenen (19-64), GP 2012
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Gezondheidspeiling 2012/inwonersenquête)
Rondkomen en schulden, ouderen (65+), GP 2018
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij ouderen (Inwonersenquête 2018)
Armoede en rondkomen, ouderen (65+), GP 2016
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij ouderen (Gezondheidspeiling 2016/ Inwonersenquête 2016)
Rondkomen en schulden, ouderen (65+), GP 2014
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij ouderen (Gezondheidspeiling 2014)
Rondkomen en schulden, senioren (65+), GP 2012
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij senioren (Gezondheidspeiling 2012/inwonersenquête)
Ga direct naar de data over:
Kinderen
Armoede en rondkomen, kinderen, CBS 2016
Deze databestanden bevatten tabellen over huishoudens met kinderen die leven van een laag en langdurig laag inkomen (CBS 2016)
Volwassenen
Rondkomen, volwassenen (19-64), GP 2018
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Inwonersenquête 2018)
Problematische schulden, volwassenen (19-64), IE 2019
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Inwonersenquête 2019)
Samenhang rondkomen en gezondheid, volwassenen, GP 2018
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Inwonersenquête 2018)
Armoede en rondkomen, volwassenen (19-64), GP 2016
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Gezondheidspeiling 2016/ Inwonersenquête 2016)
Armoede en rondkomen, volwassenen en ouderen (19+), GP 2016
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen en ouderen (Gezondheidspeiling 2016/ Inwonersenquête 2016)
Rondkomen en schulden, volwassenen en senioren (19+), GP 2014
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen en senioren (Gezondheidspeiling 2014)
Rondkomen en schulden, volwassenen (19-64), GP 2014
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Gezondheidspeiling 2014)
Rondkomen en schulden, jongvolwassenen (18-25), GP 2014
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij jongvolwassenen (Gezondheidspeiling 2014)
Rondkomen en schulden, volwassenen en senioren (19+), GP 2012
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen en senioren (Gezondheidspeiling 2012/inwonersenquete)
Rondkomen en schulden, volwassenen (19-64), GP 2012
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij volwassenen (Gezondheidspeiling 2012/inwonersenquête)
Ouderen
Rondkomen en schulden, ouderen (65+), GP 2018
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij ouderen (Inwonersenquête 2018)
Armoede en rondkomen, ouderen (65+), GP 2016
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij ouderen (Gezondheidspeiling 2016/ Inwonersenquête 2016)
Rondkomen en schulden, ouderen (65+), GP 2014
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij ouderen (Gezondheidspeiling 2014)
Rondkomen en schulden, senioren (65+), GP 2012
Deze databestanden bevatten tabellen over de financiële situatie bij senioren (Gezondheidspeiling 2012/inwonersenquête)
Om deze inhoud te kunnen bekijken, is het nodig dat u akkoord gaat met het plaatsen van cookies.
Akkoord Nee Lees meer
Akkoord Nee Lees meer
Om deze inhoud te kunnen bekijken, is het nodig dat u akkoord gaat met het plaatsen van cookies.
Akkoord Nee Lees meer
Akkoord Nee Lees meer
console.log('gtag run'); window.dataLayer = window.dataLayer || []; function gtag(){dataLayer.push(arguments);} gtag('js', new Date()); gtag('config', 'UA-65231127-1', { 'anonymize_ip': true });